De Maliebaan in de oorlog, daar gaat een sterke fascinatie van uit. Prof. Wout Buitelaar, die er heel lang woonde, schreef er al een boek over, Panden die verhalen, en Maarten van Rossem wijdde er voor RTV Utrecht een tv-programma aan. Er is een radiodocumentaire over gemaakt, Utrechtse auteurs als Jeroen Wielaert en Rob van Scheers schreven erover – die avenue van precies een kilometer met al die Duitse en Nederlandse nazi-instituten blijft maar intrigeren.
Deze site is, net als het boek Aan de Maliebaan, een poging om achter de deuren van die statige panden te kijken. Want er is nog veel meer gebeurd dan we al wisten: de pogingen van SS-voorman Henk Feldmeijer om de macht van Anton Mussert te breken; de veelzijdige verzetsactiviteiten van Marie-Anne Tellegen, de buurvrouw van de Sicherheitspolizei; de onverzettelijke dwarsheid van de rooms-katholieke aartsbisschop mgr Jan de Jong, om maar dingen een paar te noemen. Dankzij recente (Feldmeijer, Tellegen) of allang vergeten (De Jong) biografieën zijn er details over ruzies, intriges en acties naar voren gekomen die allemaal bijdroegen aan een rijk geschakeerd beeld van de Maliebaan als de spannendste straat van Nederland tijdens de bezetting.
En dan komen daar nog de boevenstreken van de mannen van de Sicherheitspolizei bij, die op nummer 74 zaten, en de pogingen van de vice-voorzitter van de Joodse Raad (wonend op nummer 92) om joden vrij te kopen, en de nuttige informatie van de spionnen van verzetsgroep Albrecht, die elkaar ontmoetten in de Oosterkerk op nummer 55.
Geregeld was de Maliebaan te zien in het bioscoopjournaal. Vooral als er parades waren, bij de verjaardag van de NSB (in december) of van haar leider Mussert (op 11 mei). En ook als er hoge autoriteiten bij Mussert op bezoek kwamen, zoals de nazikopstukken Hühnlein en zelfs Reichsführer SS Heinrich Himmler.
Nico Jesse, de onvolprezen Utrechtse arts/fotograaf die zijn stad in 1941 voor het nageslacht vastlegde, maakte er een schitterende foto: Duitse soldaten zitten op een bankje te flikflooien met Utrechtse meiden, en er lopen een paar burgers langs, gegeneerd, met ingehouden woede vermoedelijk. Dat ongemak is typerend voor de Maliebaan in 40-45. Er waren Utrechters die een omweg maakten om er niet overheen te hoeven fietsen; maar er waren er ook heel veel die rijen dik langs de kant van de weg stonden als er iets te beleven viel.
Terug naar Over de Maliebaan